Op 29 juni adviseerde de Gezondheidsraad (een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan, dat de regering adviseert over onder andere volksgezondheidsvraagstukken) om het COVID-19-vaccin van BioNTech/Pfizer beschikbaar te stellen voor alle 12- tot en met 17-jarigen die er gebruik van willen maken.(1) De Gezondheidsraad stelt dat dit directe en indirecte gezondheidswinst kan opleveren en vaccinatie van deze groep kan bijdragen aan het afremmen van de pandemie. Maar om welke gezondheidswinst gaat dit dan precies? Is vaccinatie bij deze groep eigenlijk wel onderzocht en veilig? En is het vaccineren van kinderen van meerwaarde? Daarover meer in deze blog.
Een experimenteel vaccin?
Allereerst is het voor het begrip belangrijk om iets te verduidelijken. Ik lees vaak in posts over de experimentele status van het Pfizer/BioNtech vaccin. Het is echter heel belangrijk om je te realiseren dat er een gradatie zit in hoe experimenteel bepaalde medicijnen en dus ook vaccins zijn. Zo zijn er medicijnen waar nog heel weinig over bekend is, maar er zijn ook medicijnen die al onder voorwaarden zijn goedgekeurd waar nog verder onderzoek mee wordt gedaan. Daarin zit dus een wereld van verschil. Onder de laatste (dus de medicijnen die al goed onderzocht zijn, toegelaten op de markt, en waarbij vervolgonderzoek nog volgt) vallen op dit moment de vaccins tegen COVID-19. Deze voldoen al aan alle eisen en zijn uitgebreid getest. Om dit verschil te verduidelijken is het eerst belangrijk om te begrijpen hoe geneesmiddelen en vaccins worden toegelaten en aan welke voorwaarden dit moet voldoen.
De 4 fasen van wetenschappelijk onderzoek
In het kort moet een nieuw middel verschillende fasen van wetenschappelijk onderzoek doorlopen. Allereerst wordt experimenteel en preklinisch onderzoek gedaan, bijvoorbeeld door te testen in het lab en op proefdieren. Bij de coronavaccins is dit bijvoorbeeld op apen gedaan en ook de mRNA-vaccins zijn niet nieuw en al eerder getest. In de 1e fase van klinisch wetenschappelijk onderzoek wordt het middel toegediend aan een klein aantal gezonde vrijwilligers. Dit is een spannende fase, want tot dan toe is de werking (en bijwerking) bij mensen dus nog niet bekend. Er wordt dan met name gekeken wat het middel met het lichaam doet en wat de bijwerkingen zijn. Kortom: of het veilig is. Pas als in deze fase het middel veilig genoeg blijkt, gaat het onderzoek door naar fase 2.
In fase 2 wordt de werkzaamheid getest bij een klein groepje mensen met of zonder de aandoening. Ook wordt er gekeken of het werkt tegen de ziekte. Hierna gaat fase 3 van start, waarbij de bruikbaarheid en effectiviteit wordt getest bij een grote groep mensen. Er wordt in deze fase een vergelijking gedaan met een placebo (nepmedicijn). Ook wordt de veiligheid op korte én lange termijn onderzocht. Als het medicijn (of in dit geval het vaccin) deze fase doorstaat, mag het geregistreerd worden.
De coronavaccins die nu in Nederland op de markt zijn hebben al deze stadia doorlopen. Er zijn dus geen fases overgeslagen (ik denk ook niet dat dit te snel is gegaan, dit lees je in een andere blog). Dat wil niet zeggen dat het onderzoek hier stopt: de gegevens over de langere termijn worden nog steeds verzameld. Dit is wettelijk verplicht voor elk medicijn: men moet continu in de gaten houden of er geen andere, zeldzame bijwerkingen optreden. Deze zeldzame bijwerkingen zie je vaak niet in het eerste onderzoek, juist ómdat ze zo zeldzaam zijn.
Hierna start fase 4: hierin wordt het gebruik van het geneesmiddel geoptimaliseerd. Er is dan al veel bekend over de werking en bijwerkingen van het middel. In deze fase wordt er getest op kwetsbaren, zieken, zwangere vrouwen of kinderen. (2) Totdat deze onderzoeken zijn gedaan, valt er niet veel te zeggen over deze groepen, maar wel over de groep gezonde mensen (uit het onderzoek van fase 3). Op papier zijn de vaccins dus strikt genomen nog experimenteel, omdat er nog vervolgonderzoeken (fase 4) gedaan worden. In de praktijk zijn de belangrijkste onderzoeksfases al lang geweest. Bovendien hebben we al gegevens uit de echte wereld (dus niet uit een onderzoek maar uit de praktijk) waarin miljarden mensen wereldwijd de vaccins hebben gekregen. Hierdoor hebben we ontzettend veel ervaring en kennis over de werking en de veiligheid van de vaccins.
Wat weten we van vaccinatie tegens SARS-CoV-2 bij kinderen?
Tot voor kort was het Pfizer-vaccin alleen goedgekeurd voor mensen vanaf 16 jaar en ouder, op basis van de originele studies. Afgelopen mei publiceerde het prestigieuze medische tijdschrift The New England Journal of Medicine het langverwachte onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van het Pfizer-vaccin in kinderen van 12 tot 15 jaar oud.(2) Het nieuwe onderzoek beschrijft 2260 kinderen, van wie de helft het Pfizer-vaccin kreeg en de helft een placebo (nepmedicijn). De kinderen ervaarden dezelfde kortdurende, milde bijwerkingen van de vaccinatie als volwassenen (pijn op de injectieplek, vermoeidheid, hoofdpijn, grieperig gevoel, koorts etc.). Deze bijwerkingen werden overigens ook, in mindere mate, in de groep met het placebo gezien. In de vaccingroep kwamen geen ernstige bijwerkingen, zoals trombose, ernstige allergische reactie of overlijden voor. Myocarditis, vanuit de praktijk een mogelijk zeldzame bijwerking van het vaccin (dat je overigens ook door besmetting met SARS-CoV-2 kunt ontwikkelen), werd niet genoemd. Dit is echter zo weinig voorkomend dat je niet verwacht dat het in een onderzoeksgroep van 2260 mensen voorkomt. Wel kreeg één kind hoge koorts (40.4 graden) wat ook snel weer over ging. Ook werden er nog een aantal meldingen gemaakt die niet vaccin-gerelateerd bleken te zijn waaronder buikpijn, blindedarmontsteking (in beide groepen één kind) en toename van psychische klachten (bij een kind dat al psychische klachten had en daar medicijnen voor nam die net waren veranderd).(2) Al met al lijkt het Pfizer-vaccin op basis van dit onderzoek veilig te zijn, met als kanttekening dat de onderzoeksgroep te klein is om zeldzamere bijwerkingen op te sporen.
In dit onderzoek naar de veiligheid van het Pfizer-vaccin bij kinderen van 12 tot 15 jaar werd ook gekeken naar de effectiviteit van dit vaccin bij deze groep.(2) Allereerst werd gekeken of de immuunreactie niet slechter was dan bij jonge mensen van 16 tot 25 jaar oud. Dit bleek inderdaad niet het geval te zijn: ze hadden zelfs meer antistoffen na vaccinatie! In de groep kinderen die twee doses van het Pfizer-vaccin kregen, ontwikkelde niemand COVID-19 gedurende een periode van minimaal één maand na de 2e prik. In de groep die het placebo kreeg, ontwikkelde 16 patiënten COVID-19. De onderzoekers stellen dat de vaccins hiermee een effectiviteit geven van 100% tegen het ontwikkelen van COVID-19. Ter vergelijking: bij volwassenen was de effectiviteit 95%.
In dit onderzoek is niet gekeken naar de mate waarin het vaccin bescherming biedt tegen het ernstig ziek worden van COVID-19. Dit was niet mogelijk omdat de groep kinderen hiervoor te klein was. Wanneer het vaccin echter in zo’n grote mate (100%) beschermd tegen het krijgen van COVID-19 is de kans dat zij érnstig ziek worden natuurlijk ook heel erg klein (ze werden immers überhaupt niet ziek). Ook het feit dat kinderen na vaccinatie dusdanig veel antistoffen aanmaakten, pleit er voor dat de kans dat zij ernstig ziek zullen worden na vaccinatie nihil is. Een kanttekening hierbij is dat kinderen alleen getest werden op infectie met SARS-CoV-2 wanneer zij klachten kregen. Hoeveel kinderen een besmetting zonder symptomen hadden is dus niet bekend. Deze kinderen werden dus ook niet ziek, laat staan ernstig ziek, en dat is natuurlijk waar het voor de kinderen zelf om gaat Ook laat dit onderzoek duidelijk zien dat de kinderen uit deze onderzoeksgroep sowieso een laag risico liepen op het krijgen van symptomatische Covid-19 (<2% in de placebo groep kreeg hier dus symptomen van).
Hierbij kun je je afvragen of vaccineren ook echt een 100% effectiviteit zou opleveren in gebieden waar het risico op het krijgen van COVID-19 in de algemene populatie groter is. In de praktijk valt de effectiviteit namelijk altijd net iets lager uit dan in studieverband, deels omdat het in de praktijk gaat om grotere groepen. Maar, met een in onderzoek gevonden effectiviteit van 100% is het zeker wel aannemelijk dat de effectiviteit in de echte wereld ook erg hoog zal liggen. Je kunt je hierdoor afvragen of het individuele gezondheidswinst van de kinderen opweegt tegen de eventuele risico’s van vaccinatie.
Voordelen voor kinderen zelf
Al met al zullen de voordelen van vaccinatie voor kinderen minder zijn dan de voordelen van vaccinatie voor ouderen. Dit omdat we weten dat kinderen minder vaak ernstig ziek worden van besmetting met SARS-CoV-2. Ter illustratie, van de kinderen die COVID-19 krijgen, overlijden bijvoorbeeld 20 tot 30 kinderen per miljoen.(3) Dat is erg weinig, maar niet nul. Daarbij is het zo dat kinderen wel degelijk ernstig ziek kunnen worden of kunnen worden opgenomen in het ziekenhuis, maar ook dit gelukkig minder vaak dan volwassenen. Ook wordt er steeds meer bekend over de langdurige effecten van COVID-19, long Covid, iets dat ook zeker kinderen treft. Met vaccinatie zou je dit allemaal kunnen voorkomen. De grootste voordelen zullen er echter zijn voor de kwetsbare kinderen waarvan verwacht wordt dat COVID-19 hen hard zou kunnen raken. Denk aan kinderen met kanker, hart- of longziekten). Deze jongeren worden vanaf 22 juni al uitgenodigd voor een vaccinatie.(5)
Hiernaast kan het voor kinderen zelf ook belangrijk zijn om bijvoorbeeld hun kwetsbare naasten te beschermen. Denk aan een situatie waarin een kind een ouder heeft die chemotherapie krijgt. Hoewel deze ouder waarschijnlijk ook goed beschermd zal zijn door de eigen vaccinatie, weten we nog niet helemaal zeker hóe goed de vaccins beschermen bij bijvoorbeeld deze specifieke groep. Hier zijn namelijk (nog) geen grote onderzoeken naar gedaan (fase 4 onderzoeken). Daarbij kan dit voor mensen die mild ziek worden van COVID-19 veel impact hebben, bijvoorbeeld het moeten overslaan van een dosis chemotherapie tot ze weer van COVID-19 hersteld zijn.
Een ander voordeel voor kinderen kan zijn dat ze zich na vaccinatie niet meer hoeven te laten testen voor vakanties of wanneer ze op stap gaan (vooral voor de pubers van belang). Los van wat iedereen hier op dit moment van vindt, is dit wereldwijd gebruikelijk, terwijl kinderen tot nu toe geen eigen keuze hebben gehad in het wel of niet willen vaccineren.
Vaccineren van kinderen heeft echter nog een belangrijk effect: groepsimmuniteit
Heel simpel gezegd is het zo dat hoe meer mensen gevaccineerd zijn (of geïnfecteerd zijn geweest met SARS-CoV-2 en antistoffen hebben) hoe minder kans het virus heeft om doorgegeven te worden (en daarmee ook om te muteren). Als jouw immuunsysteem het virus namelijk onschadelijk maakt nog voor jij anderen hebt kunnen besmetten, stopt de lijn van besmetting bij jou. Hiermee beschermende gevaccineerde personen (en de mensen die op natuurlijke wijze antistoffen hebben gekregen) indirect ook de niet-gevaccineerde bevolking (groepsimmuniteit), mits de groep die antistoffen heeft groot genoeg is. En hier in zit hem nu net de crux: volgens de WHO moet de vaccinatiegraad hiervoor waarschijnlijk rond de 70% liggen.(4)
In Nederland zijn er ongeveer 5 miljoen mensen die jonger zijn dan 25 jaar. Dat is ongeveer 30% van de Nederlanders. Oftewel: als alle mensen boven de 25 jaar zich zouden laten vaccineren, zou dit percentage bereikt kunnen worden. Maar.. niet iedereen laat zich vaccineren, waardoor we in Nederland deze vaccinatiegraad niet behalen. Het vaccineren van mensen onder de 25 jaar, inclusief kinderen, kan daarmee een voordeel opleveren voor de maatschappij: zo kunnen we wél die 70% behalen.
Het belang van het behalen van deze groepsimmuniteit is groter dan alleen het niet zo ziek worden van de bevolking. Als minder mensen besmet worden, zal de zorg niet opnieuw overbelast raken en hoeven er geen grote maatregelen meer plaats te vinden. Iets waarvan we allemaal weten dat dit voor de maatschappij van grote (onder andere economische) invloed kan zijn. Hier kunnen kinderen zélf ook baat bij hebben. Als maatregelen zoals lockdowns niet meer nodig zijn, kunnen scholen en sportclubs open blijven. Dit is van enorme waarde voor de ontwikkeling van kinderen.
Natuurlijke immuniteit versus vaccinatie
Wanneer je al COVID-19 hebt gehad, heb je waarschijnlijk al antistoffen tegen het SARS-CoV-2 virus. Je kunt je dus ook afvragen of we niet beter kinderen gewoon ziek kunnen laten worden in plaats van te vaccineren. Los van het feit dat dit voor kinderen een klein maar niet ondenkbaar risico geeft op ernstig ziek worden en het ontwikkelen van long Covid, heeft dit nog een paar nadelen. Met vaccineren geef je in één klap immuniteit aan een grote groep mensen, zonder vaccin zal het verkrijgen van natuurlijke antistoffen langer duren. Niet iedereen raakt immers in één klap besmet. Ook wordt het steeds duidelijker dat mensen die het vaccin hebben gekregen, een sterkere immuunrespons kregen dan mensen die door besmetting een immuunrespons kregen. Vaccineren lijkt daarmee voordeliger te zijn wat betreft bescherming.
Kinderen kunnen zelf (mee)beslissen
Maar, wie beslist dan over de vaccinatie van kinderen? In ieder geval niet de overheid: vaccinatie is gelukkig vrijwillig. In Nederland is het zo dat juridisch gezien voor de behandeling van een kind dat jonger is dan 12 jaar de toestemming nodig is van de wettelijke vertegenwoordiger(s) van het kind (wet geneeskundige behandelovereenkomst, WGBO). Dit geldt dus ook voor vaccinaties. Wettelijke vertegenwoordigers zijn diegenen die het gezag over het kind uitoefenen. Dit kunnen beide ouders zijn, één ouder, of soms een voogd. Als twee ouders beiden gezagsdrager zijn, moeten zij ook beiden toestemming geven voor de behandeling van het kind behalve in acute situaties. Over vaccinatie van kinderen jonger dan 12 jaar beslist het kind dus uiteindelijk niet zelf. Dat geldt anders voor kinderen tussen de 12 en 16 jaar. Bij hen is de eigen toestemming net zo belangrijk als toestemming van de gezagdragers. Als tieners zonder toestemming van hun ouders een vaccin willen ontvangen, kan dat alleen onder hele strenge voorwaarden. Dit zal dus nauwelijks gebeuren. Kinderen ouder dan 16 jaar mogen zelf beslissen of zij een medische behandeling (of vaccinatie) wel of niet willen ondergaan.(5) In de meeste gevallen zullen ouders en tieners dus samen beslissen.
Samengevat
Vaccinatie van kinderen tussen de 12 en 15 jaar lijkt op basis van huidig onderzoek effectief en veilig te zijn.(1,2) Een belangrijke kanttekening hierbij is dat dit slechts door één onderzoek is vastgesteld. Meer zeldzame bijwerkingen in dit onderzoek kunnen zijn gemist vanwege de groepsgrootte van dit onderzoek. De kinderen werden maximaal een paar maanden na vaccinatie gevolgd, het langetermijneffect is dus nog niet onderzocht. Zoals het woord ‘’langeretermijn’’ al zegt: dit kan pas na verstrijken van een langere periode, dus dat duurt nog even. Het is daarbij wel belangrijk je te beseffen dat bijwerkingen van de vaccins vooral op de korte termijn worden verwacht. Ook is dit onderzoek alleen gedaan met het Pfizer-vaccin, van de andere vaccins weten we dus nog niet wat het effect is bij kinderen.
Waarschijnlijk hebben vooral kwetsbare kinderen het grootste voordeel van vaccinatie. Bij gezonde kinderen zal vaccinatie de lage kans die zij al hebben om ernstig ziek te worden verder verminderen. Ook zal het de kans op langdurige klachten vanwege long Covid reduceren. Een ander belangrijk argument voor vaccinatie, waar kinderen ook zelf baat bij kunnen hebben, is het verkrijgen van groepsimmuniteit. Een hogere vaccinatiegraad in de maatschappij houdt immers strenge maatregelen buiten de deur. Dit is niet alleen belangrijk voor de economie (en bijvoorbeeld de banen van de ouders), maar ook voor de mogelijkheid om naar school te gaan, sociale contacten te hebben en te sporten.
Maar, misschien moeten we eerst nog iets anders doen?
De vraag is alleen of we nú, op dit moment, kinderen een vaccinatie tegen COVID-19 moeten gaan aanbieden. Er is namelijk ook nog iets anders dat de kans op groepsimmuniteit kan vergroten: het vaccineren van álle volwassenen. Zowel in Nederland als daarbuiten. Op dit moment is een groot deel van de wereldbevolking namelijk nog niet gevaccineerd, voornamelijk vanwege financiële redenen. Armere landen kunnen de vaccins gewoonweg niet betalen. Wij leven in een welvarend land, waarin we de luxe mogelijkheid krijgen om nu ook onze kinderen te kunnen gaan beschermen tegen een ziekte waar zij zelf waarschijnlijk niet zo heel ziek van worden. In andere, armere landen wordt het hele gezondheidsstelsel nog overspoeld met alle gevolgen van dien. Het helpen vaccineren van volwassenen in armere landen door het leveren van vaccins of financiële middelen is daarmee niet alleen onze morele plicht, maar kan mogelijk ook iets anders opleveren: groepsimmuniteit. Ter bescherming van onszelf én onze kinderen.
Bronnen:
(1) Gezondheidsraad
Disclaimer: Deze blog is geschreven vanuit mijn perspectief als arts. Ik geef in deze blog geen medisch advies, maar probeer de wetenschappelijke informatie te geven waarmee jij zelf kunt beslissen. Ik ben geen expert op het gebied van politiek, of economie. Ik probeer in deze blog met de medische kennis die ik heb informatie te geven over de medische kant van het verhaal, gebaseerd op de informatie die voor mij beschikbaar is op het moment van schrijven, d.d. 8-7-21. Ik word niet betaald of gesponsord voor het schrijven van deze blog, noch door mijn ziekenhuis, noch door de overheid of de farmaceutische industrie. Voor meer actuele informatie: ga naar de website van het RIVM.