De zon schijnt, krokussen komen op, knoppen aan de bomen. Ik voel me even heel gelukkig. En dan besef ik me weer dat het ondertussen oorlog is in een land vlakbij. Een schuldgevoel voor mijn geluk bekruipt me… Ook als dokter heb ik dit vaak gehad. Het lijden van een patiënt, het slechte nieuws, het verdriet van de familie. Het raakte me in mijn ziel. In deze blog meer over hoe ik de afgelopen jaren heb geleerd om te gaan met het lijden van anderen zonder dat het mijn lijden wordt. Iets dat mij nu ook helpt om te kunnen omgaan met wereldleed.
1. Ik besef dat het goed is dat dingen mij raken
Het zou namelijk pas gek zijn wanneer het mij niet raakt. Binnen mijn werk maak ik veel heftige dingen mee en zie ik veel verdriet. Hoewel ik veel mechanismen heb ontwikkeld om hier mee om te gaan, blijven sommige dingen gewoon moeilijk. Als ik merk dat iets me raakt probeer ik mezelf niet van mijn stuk te laten brengen. Ik vertel mezelf dat het goed is dat iets mij raakt.
Sterker nog: als leed van anderen mij niet meer zou raken, moet ik ander werk gaan doen. Ik ben ervan overtuigd dat een goede dokter ook een empathische dokter is. Op zo’n moment erken ik de emotie die ik voel en probeer ik er een positieve gedachte aan te koppelen. Bijvoorbeeld: “Ik merk dat dit mij raakt en dat maakt me een betere dokter (of: dat maakt me menselijk)”.
Dat betekent echter niet dat je het lijden van een ander ook jouw lijden moet maken.
2. Ik erken dat het niet mijn lijden is
"It is the patient who has the disease". Dit is een quote uit een proefschrift van een collega intensivist wat me hierin veel heeft geholpen. Het origineel kun je vinden in het boek “The house of God”. Het is niet mijn verdriet, het is niet mijn ziekte, het is niet mijn lijden. Mede-lijden breekt je namelijk op en is zinloos. Het lijden van iemand anders wordt namelijk niet minder wanneer jij mee gaat lijden. En ook maakt jouw geluk het lijden van een ander niet per definitie groter. Er is niet een bepaald potje dat leeg kan raken wanneer je er iets uit wegneemt. Ook kun je het lijden niet voor een ander uit zo'n potje halen. Medelijden is niet alleen zinloos, maar ook onnodig.
Wanneer ik een patiënt behandel op de Spoedeisende Hulp die iets vreselijks meemaakt of wanneer ik degene ben die slecht nieuws moet brengen, bedenk ik mij bewust dat het niet míjn lijden is. Dit zorgt ervoor dat ik emotioneel wat meer afstand kan nemen en juist daardoor een betere dokter kan zijn. Duidelijker, eerlijker en daadkrachtiger.
Hierin zit echter wel een risico: het risico van afstand en verharding. Want: hoe kun je er dan voor iemand zijn? En hoe kun je dat doen zonder af te stoten of je ogen te sluiten?
3. Ik toon medeleven in plaats van medelijden
Zet mede-lijden om in mede-leven! Medeleven is namelijk heel wat anders. Medeleven is steunen, het lijden samen doorleven, zonder dat jij je het lijden eigen maakt. Het lijden is van de ander, maar jouw schouders, liefde en zo mogelijk geluk kunnen ingezet worden om het lijden te verlichten.
Voor mij betekent dit dat ik soms ook daadwerkelijk een arm om iemand heen sla wanneer ik voel dat dit het juiste is om te doen. Ook al “hoort dit” als dokter eigenlijk niet zo. Althans, dit is wat mij tijdens mijn opleiding geleerd is. Ik begrijp wel waar dit van oudsher vandaan komt: de dokter met een bijzondere positie in de maatschappij die zichzelf moet beschermen tegen het leed van anderen. Maar wanneer jij je het leed niet eigen maakt, bescherm je jezelf en heb je alsnog meer te geven. Het verschil tussen medelijden en medeleven.
En ja, dit betekent voor mij soms ook dat ik een traantje laat bij de patiënt. Ik ben nu eenmaal een emotioneel persoon en dat is niet erg. Zolang dit traantje niet komt vanuit medelijden maar medeleven belast je jezelf er niet mee. Je kunt zelfs steun bieden aan de ander doordat je het lijden van de ander hiermee erkent.
4. Ik probeer steun en hulp te bieden
Een belangrijk onderdeel van medeleven is het bieden van steun. Dit kan zowel directe steun zijn aan de ander, of indirect. Als dokter denk ik dan bijvoorbeeld aan kleine gebaren zoals een hand op de schouder, erkenning van lijden of letterlijk medische hulp.
Iets dat ik weleens doe, bijvoorbeeld wanneer het overlijden van een patiënt mij raakt, is het branden van een kaarsje wanneer ik ’s avonds thuis kom. Een vorm van spirituele steun waarvan ik zelf overtuigd ben dat dit gevoeld wordt.
Je kunt steun en hulp in allerlei verschillende situaties bieden. In het geval van de oorlog kun je steun bieden door te doneren, kleding en voedsel in te zamelen of te protesteren. Ook kun je indirect steun betuigen. Bijvoorbeeld via social media. Zo kun je de emotie die je voelt omzetten tot daadkracht en effectief gebruiken voor leven in plaats van lijden.
5. Ik erken mijn privilege en maak er gebruik van
Het feit dat jij uit de situatie kunt stappen en überhaupt kunt nadenken over hoe je om moet gaan met lijden dat niet jouw lijden is, is een enorm privilege. Dit kan schuldgevoel oproepen, iets dat ik ook herken. Ik sta als dokter regelmatig aan de “goede” kant van het verhaal. Ik ben niet degene met de ziekte, die het slechte nieuws ontvangt, degene die lijdt. Maar juist doordát ik die persoon niet ben, kan ik helpen.
Wanneer het gaat om wereldleed geldt dit eigenlijk ook. Juist omdat je een privilege hebt kun je dit inzetten. Jij kunt protesteren zonder dat je wordt opgepakt. Doe dat dan ook wanneer dit in je mogelijkheden ligt.
Dit geldt ook voor het privilege die je hebt om je af te schermen voor het leed. Tijdens de Coronacrisis, waar ik op de Spoedeisende Hulp in de frontlinie stond, heb ik besloten om me te beperken tot 1 nieuwsbron op 1 moment van de dag. Ik keek alleen in de ochtend naar het journaal. Soms keek ik helemaal niet. Op een geven moment heb ik ook even LinkedIn links laten liggen ondanks dat ik via dat platform veel mensen kon helpen aan informatie. Alle desinformatie die daar werd verspreid zorgde bij mij namelijk voor een dip, frustratie en demotivatie. Iets dat je niet kunt gebruiken in een crisis.
Ook nu heb ik met mezelf afgesproken om slechts 1 keer per dag de oorlogsontwikkelingen te volgen. Ik maak gebruik van mijn privilege om het voor mezelf behapbaar te houden zonder mijn ogen te sluiten. En ik probeer mijn privileges in te zetten om te helpen waar dat kan.
6. Ik praat er over (of schrijf)
Ik blijf praten over alles dat ik meemaak. Dat is belangrijk om langdurig mijn type werk te kunnen blijven doen. Wanneer ik op mijn werk iets heftigs meemaak, bespreek ik dit altijd met een collega. Ik spreek ze op het werk, of bel ze wanneer ik thuis ben. Sterker nog, meestal heeft 1 van mijn collega’s mij dan al gebeld. Zelfs wanneer ik in eerste instantie niet dacht dat iets mij hard had geraakt, bijvoorbeeld omdat ik het medelijden om heb kunnen zetten in medeleven, merk ik dat het vertellen van het verhaal mij altijd oplucht.
Dit geldt ook wanneer je langdurig in een stresssituatie zit. Laten we niet vergeten dat we dat allemaal eigenlijk al een behoorlijke tijd zitten door de Coronacrisis. Praten over wat je meemaakt kan een posttraumatische stressstoornis voorkomen en stress verlichten. Voor mij helpt schrijven ook. Op mijn website vind je dan ook meerdere blogs over patiënten die mij geraakt hebben.
7. Ik maak een ommetje
Het kan je ook helpen om even letterlijk uit de situatie te stappen. Wandelen, wielrennen of even naar buiten gaan helpt je om letterlijk uit het (zieken)huis te gaan en je gedachten te verzetten. De frisse lucht en de inspanning kunnen voor mij echt wonderen doen.
Het verschilt voor mij of ik zo’n ommetje alleen maak of dat ik een collega vraag om mee te gaan. In dat laatste geval combineer ik het vaak met het praten over de situatie. Een bijkomend voordeel van een ommetje is dat je in de natuur weer kunt zien hoe mooi de wereld is. De zon schijnt, krokussen komen op en de knoppen zitten weer aan de boom.
De kleine dingen
Geniet dus van de zon, de beginnende lente, de kop koffie met je geliefde, het inspirerende boek of het mooie gesprek. Geniet met volle teugen. Voel je gelukkig waar dat kan. Ook al is het oorlog.
Voorkom mede-lijden en zet je emoties om naar daadkracht. Steun openlijk je medemensen, zet je privileges in en geef wat je kunt missen. Zoek steun en praat (of schrijf) van je af. Ga de natuur in en maak een ommetje. Doe wat je kunt doen en doe dit met liefde en mede-leven.
Comments